Basisprincipes behouden
De wet is niet volledig nieuw. Net als bij de GDPR werd aan de basisprincipes niet geraakt.
Nog steeds wordt een onderscheid gemaakt tussen 3 soorten plaatsen (de niet-besloten plaats, de voor het publiek toegankelijke besloten plaats en de niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats) waarvoor telkens afzonderlijke regels gelden.
De bewaartermijn voor de videobeelden blijft in de regel nog steeds beperkt tot 1 maand.
De wet is tot slot niet van toepassing op de camerabewaking op de werkvloer. Voor deze bewaking geldt nog steeds CAO nr. 68. In bepaalde gevallen kunnen echter beide regelgevingen van toepassing zijn. Dit is het geval wanneer de camerabewaking gebeurt met de bedoeling om zowel de werknemers te controleren, als misdrijven gepleegd door derden te voorkomen.
Vernieuwde aangifteverplichting
De camerabewaking dient onder de nieuwe wet te worden aangegeven bij de Politie. Via de website van de FOD Binnenlandse Zaken, kan u deze aangifte gratis indienen.
Indien uw onderneming reeds onder de oude wet aangifte deed bij de Privacycommissie (thans Gegevensbeschermingsautoriteit), dient u uiterlijk 25 mei 2020 een nieuwe aangifte bij de Politie te doen.
Pictogram
De camerabewaking moet bovendien verplicht worden gesignaleerd via het gereglementeerde pictogram. Dit pictogram vermeldt “Camerabewaking - Wet van 21 maart 2007” alsook de identiteit en contactgegevens van de onderneming.
Register van Beeldverwerkingsactiviteiten
Tot slot dient u, in lijn met de GDPR, een “register van beeldverwerkingsactiviteiten” bij te houden waarin specifieke informatie aangaande de camerabewaking zoals de locatie van de camera’s en de technische beschrijving ervan worden opgelijst. Wij raden u aan om deze informatie op te nemen onder een afzonderlijk luik van uw bestaande register van verwerkingsactiviteiten.
Indien u nog verdere vragen heeft betreffende camerabewaking, of bijstand wenst bij het vervullen van de verplichtingen, aarzel niet om mij te contacteren.
(door Thomas Luyten)
Meer nieuws